zaterdag 2 oktober 2010

Waar staan we

Ik ben, net als de heer Wilders, tegen moslims en tegen de islam. Zoals ik ook tegen de katholieken en tegen het katholicisme, of het reformisme, of tegen wat voor geloof dan ook ben. Niet omdat, laat ik het zo zeggen. Privé mag u doen wat u wilt, mag u bidden en knielen. Kaarsjes aansteken enzovoorts. Processies houden mag ook, daar stoort u mij niet mee (een goede drumband erachteraan helpt).
Ik ben en blijf wel tegen elk geloof. Tegen elke absurditeit.
Verschil met de heer Wilders: ik beschouw niet elke katholiek of elke moslim, zoals hij, als minderwaardig. Sommigen wel, zoals de heer Ratzinger, dat moet ik toegeven. Ik voel mij een beter burger dan de heer Ratzinger, ik heb tenminste geen kwaad gedaan zoals hij het heeft gedaan.
Die tsunami van moslims, waarover Wilders het verschillende keren heeft gehad (er moesten er ook 20 miljoen van uit Europa vertrekken, zei hij een andere keer), die tsunami blijkt een zeer bescheiden branding te zijn. Golfjes. Blijkt ook uit de demografische cijfers. Dus als meneer Wilders een volgende keer weer begint over die ‘islamisering’ van Nederland, staat u dan op en zegt u: wat u daarover zegt, heer Wilders, dat klopt eenvoudig niet.
Ondertussen mag de heer Wilders wel roepen wat hij wil, en dat wordt gedoogd door een kabinet dat hij steunt. Hij gedoogt een kabinet, en dat kabinet gedoogt hem. Gedogen is in het Engels: to tolerate. Dus elke keer dat de heer Wilders weer wilde uitspraken doet (knieschoten op Marokkaanse voetbalsupporters, herinner ik me nog, en ik herinner me ook nog rare uitspraken over hoofddoekjes), dan moet een kabinet dat door dezelfde meneer Wilders wordt gesteund of gedoogd, zeggen: nee hoor, dat is niet zo.
Spannende tijden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten