woensdag 23 februari 2011

Windows Live Messenger

Ik heb dat pionnetje van Windows Live Messenger alleen maar aanstaan, rechts onderaan mijn scherm, omdat het handig is bij het opstarten van mijn computer, ’s ochtends: ik weet dat ik contact heb met het internet als dat pionnetje er staat. En dan ga ik naar mijn Google Chrome enzovoorts. Zo gaat het elke ochtend, in huize Hoogeboom.
Een dode dienst, dacht ik dat het was. Wie zit er nog op dat Messenger? Niemand toch?
Maar gisteravond kwam er een bericht van ene Michael Keuppens (ik verzin nooit namen) die wel eens vrienden met mij wou worden. Vreemd, dacht ik. Ik ken niemand van de naam Keuppens. Ik heb toen maar een berichtje teruggestuurd: als je contact wilt, is dit mijn emailadres. Maar Michael was al off line, zei de Messenger.
Ik heb toen even op Google gezocht, want wie weet is die Michael Keuppens wel een Vlaams soort schurk of afperser. Het bleek een tamelijk brave man te zijn, die in de psychiatrie verbleef of werkzaam was, dat weet ik niet. Met zo iemand zou ik, na een paar jaar, best vriend kunnen worden.
Een en ander zal u wel duidelijk maken welk een hekel ik heb aan dingen als Twitter en Facebook, waar dat Messenger een primitieve variant van is. Als je geen originele tekst te melden hebt, schrijf dan niets. Dat is mijn mening. Heb je wel iets te melden, schrijf dat dan op je blog, of als je het niet in de publiciteit wilt hebben, schrijf het dan privé in je email naar je vrienden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten