zondag 26 juni 2011

Vegetarisch eten

Op de Olympische Spelen van 1908 te Londen won Emil Voigt (1883-1973) de 5 mile. Die werd vervolgens gecorrigeerd tot 5000 en 10.000 meter. Zoiets absurds als de Engelse mijl werd afgeschaft. Het zou de heer Voigt overigens niets gescheeld hebben, hij was toch de sterkste. Hij was, zeg maar, de Abebe Bikila van die jaren.
Emil Voigt was een uit Duitse ouders geboren Engelsman, geboren in Manchester en op 90-jarige leeftijd gestorven in Auckland (Nieuw-Zeeland). Hij at geen vlees, hij was een vegetariër.
De Hoeders der Nieuwzeelandse Schapenkuddes zullen het wellicht niet met mij eens zijn, maar zet een standbeeldje van Emil Voigt neer!

zondag 12 juni 2011

Op droeve toon (79)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans. Je ziet er niet erg betrouwbaar uit.
- Nee, dat spijt me ook. Ja, zie je, ik heb nu driekwart fles port op en...
- Schotse port!
- Ja, zo noemden we dat.
- Je moet ook niet zoveel aan die port zitten!
- Maar het is zo lekker, lieverd, en het vult me en het maakt me minder aan het huilen.
- Dan moet je het drinken! Drink dan die hele fles maar leeg. Hoe laat moet je er morgen uit?
- Een uur of tien, misschien.
- Geen minuut later, dan. Heb je nog iets waarop je je kunt verheugen?
- Ja, om elf uur begint er een finale Murray tegen een atletische Fransman, Tsonga, op BBC 1. Tennis.
- Gefeliciteerd daarmee dan!
- Grrr. Ja! Jij ging dan je stichtelijke werkzaamheden voor je kankerpatiënten doen. Ik heb overigens net, huilend, een bericht op het kankernetwerk gezet, van Ilse Strijbos, die mij daarom vroeg.
- Ilse!
- Ja. Je bent nog niet vergeten, dame.
- Heerlijke gedachte.
- Dat vind ik ook, lieverd. Weet je wat? Ik doe er een stukje bij van Christobal de Morales. Slaap lekker, lieverd.
- Jij ook, lieverd. Hoe ver ben je met je fles Schotse port?

zaterdag 11 juni 2011

Op droeve toon (78)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans.
- Ik praat vanavond nog maar even met je, want morgen is er een Dag van Nationale Rouw.
- Ja, dan ben ik er precies een jaar niet meer. Hoe gaat het eigenlijk met je?
- Wat zal ik zeggen. Ik ben alleen, gelukkig kunnen wij nog een beetje met elkaar praten, maar het is niks gedaan, vind ik, zonder jou in mijn omgeving.
- Kook je wel goed?
- Ja, dat doe ik nog steeds. Ik maak veel visgerechten, want de kip is tegenwoordig zeer verdacht. Van het varken at ik al nooit iets, zoals je weet, en van het koebeest eet ik zéér weinig. Ik eet veel schelvis, schol, zalm enzovoorts. Ik weet wat je wilt zeggen: ‘Laat Wouter het maar niet horen!’ Maar ik eet ook regelmatig alleen groenten, met bijvoorbeeld ellepijpjes, dat is een soort grove macaroni, en daar doe ik dan een sausje met lekker veel sambal overheen.
- En wat heb je vanavond gegeten?
- Ik heb mezelf vanavond eens verwend. Ik heb een biefstukje in fijne reepjes gesneden, nou ja, je weet wel: geknipt. Want zonder een schaar ben je hulpeloos in de moderne keuken. Een pannetje groenten gemaakt: ui, paprika, prei en sperzieboontjes. Een sausje van Indonesische kruiderij en sojasaus gemaakt. En toen de hele boel bij mekaar gemikt. Het was zeer lekker!
- En je gezondheid?
- Die is matig, lieverd. Mijn hart doet het nog maar nauwelijks, en lopen? Ik kom bijna niet meer vooruit. Je weet nog wel, dat stukje naar de supermarkt, dat is maar 200 of 300 meter. Dat doe ik tegenwoordig in drie etappes, met pitstops tegenover de cafetaria en bij de makelaar op de hoek. Ik hoop maar dat ik in mijn slaap zal sterven, denk ik geregeld.
- Zo moet je niet denken! Wat voor muziek heb je voor me uitgezocht?
- Een stukje van Thomas Tomkins. Dat vond jij altijd zo mooi, en ik vond het ook prachtig. Maar ik kan er nu even niet naar luisteren.

donderdag 9 juni 2011

Op droeve toon (77)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans. Je hebt vast geen goed bericht, dat zie ik aan je kop.
- Nee, ik lees op Foxxblog het verhaal over zijn vader, die overleden is.
- De natuurlijke gang van zaken.
- Ja, maar toch. Mijn vader overleed in 1983, na een hersenbloeding met een coma. Hij lag eerst in het AMC in Amsterdam, later werd hij teruggehaald en kwam hij te liggen in het ziekenhuis in Alkmaar. Hij kwam niet meer bij kennis. Mijn vader was altijd een betrekkelijk vrolijke kerel, vond ik. Een gemoedelijke man. Iemand die je graag in je vriendenkring zou hebben. Hij was jarenlang ‘de loodgieter van Limmen’.
- Vertel verder.
- Toen hij terugkwam uit Indië, in 1951, trouwde hij meteen met mijn moeder en kocht hij een huis aan de Middenweg. Toen werkte hij nog bij Driessen, ook in Limmen. Iedereen vond dat ijzingwekkend, zomaar een huis kopen. Maar hij deed dat. Eind 1951 kregen ze een eerste kind, Jaap, dat op 4-jarige leeftijd aan leukemie is gestorven. Ik werd in 1953 hun tweede kind, en ik bleef leven, zoals nog diverse andere kinderen. Het huis werd te klein, de werkschuur achter het huis ook, dus moest er bijgebouwd worden. Er kwam een verdieping op het huis en er kwam een grote schuur achter het huis.
- Die schuur weet ik nog, Ben! Daar zaten vorig jaar april de meisjes en jongens te werken aan die mozaïeken, met die heerlijk geurende hyacinthen! Daar gaf je broer nog een paar takjes van mee.
- Ja. Broer Jaap. Die is een jaar of drie jonger dan ik ben, maar die lijkt heel veel op mijn vader: een enorm sociaal type. Ikzelf lijk meer op mijn moeder. Die ging een paar jaar na mijn vader. Ach God. Ikzelf was in die tijd ook zo depressief als dor hout.
- Dat ben je nu niet meer.
- Nee, nu niet meer. Godzijdank. Weet je dat mijn moeder en ik in de jaren 1977-’81 samen naar de psychiater gingen, in Heiloo? We hadden allebei dezelfde klachten: verregaande somberheid. Toen wisten die psychiaters nog niet dat het erfelijk kon zijn, maar ik wist het wel: mijn oma van moeders kant had het ook. Die had het minder dan mijn moeder, want mijn moeder heeft zich tenslotte zelf vermoord.
- Nu moet je maar stoppen, Bennemans. Wat voor muziek had je vandaag?
- Ik heb een stukje van Thomas Mancinus. Het klinkt wel optimisch.
- Dat mag ook wel. Voor deze ene keer.

dinsdag 7 juni 2011

Op droeve toon (76)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans, heb je je nieuwe monitor al?
- Die staat er, ja. Aangesloten en al. Ik moet nog wat plussen en minnen om het beeld precies goed te krijgen, want het is een breedbeeld. Het is een bijna angstwekkend mooi beeld, moet ik zeggen. Veel beter dan het beeld dat ik had. Hij geeft ook een prachtig geluid, want het eerste wat ik deed, was een stukje van William Byrd opzetten.
- Merk, prijzen, leverancier?
- Ik heb hem bij Wehkamp gekocht. Het is een HP monitor en die kostte me, inclusief vervoerskosten, € 150. Wehkamp is een goed adres, merk ik wel. Ze handelen een zaak goed en correct af. Je kunt ook zien hoe de status van je bestelling is.
- Wat bedoel je daar nu weer mee?
- Nou, je kunt op een Wehkamp-site precies zien hoe het ervoor staat. Dan staat er bijvoorbeeld: vervoerder heeft het pakket opgehaald. Even later: vervoerder is nu op weg naar het besteladres. Et cetera. Vervoerder moet wel wat moeite hebben gedaan om op mijn adres te komen, want de Voorstraat ligt opengebroken bij de Prins Hendrik Stichting.
- Die herinner ik me nog, ja, van onze wandeling door de duinen aan de zuidzijde van het dorp. Toen kwamen we vlakbij die Stichting uit.
- Jij zei toen: wat zijn alle mensen hier toch opgeruimd! Ze groeten elkaar, ze maken een praatje op straat. De buschauffeurs zijn in deze streek ook geweldig, vergeleken met die in Zuid-Holland.
- Ja, en dat meende ik.
- Egmond is inderdaad een paradijs om in te wonen, dat klopt. Ik bedoel, buiten het toeristenseizoen, want in het toeristenseizoen hoor je meer Duits and Derps praten, en is het ook zo verschrikkelijk druk in de supermarkt.
- Die supermarkt is ook al zo leuk! Daar was een kassameisje, Wilma, en die zei, nadat ze me al een paar keer had gezien: ‘Een nieuwe Egmondse erbij? Welkom, welkom!’ Ik voelde me gelijk opgenomen in Egmond, en dat had ik nooit eerder ervaren.
- Ja, de mensen gaan hier over het algemeen gemoedelijk, zeg maar: hartelijk, met elkaar om. De mensen zaniken hier nauwelijks. Het beste voorbeeld daarvan is mijn rechter onderbuurman, Reier Zwart. Die doet niks aan zijn tuintje, dus dat tuintje staat een meter hoog met onkruid en wilde grassoorten. Daar hebben zijn buren links en rechts natuurlijk last van, maar dat zeggen ze niet. Datzelfde zou in Alkmaar of in Limmen tot grote herrie hebben geleid. Hier niet. Hier zegt men: tja.
- Jij hebt geen tuintje, maar zou je wel een tuintje willen hebben?
- Ja, en ik zou dat tuintje laten verwilderen, want daar komen allerlei leuke insecten, vlinders, motten op af. Die zou ik willen fotograferen.
- Je hebt niet eens een fototoestel!
- Nee, maar daar zou ik wel een fototoestel voor kopen.

maandag 6 juni 2011

Op droeve toon (75)

- Dag Duifje.
- Dag Bennemans. Het is alweer een tijd geleden, jongen.
- Ja. Aan het eind van deze week ben je een jaar dood.
- Een jaar alweer...
- Ja. Ik denk ook niet meer elke dag aan je, lieverd.
- Dat hoeft ook niet, jongen.
- Ik heb wel die mooie zwartwit foto van je staan op de boekenkast. Die staat daar in zo’n wit houten lijstje, en daar kan ik nu naar kijken zonder dat ik tranen in mijn ogen krijg.
- Goed zo! En wat doe je zoal?
- Wij spraken soms ‘Frans’ met elkaar, weet je nog?
- Ja! Wat hebben wij toch een hoop plezier gemaakt, samen. La rascalle-au-teinte, dat was de tv.
- Ja. En nu heb ik een toespraak geschreven in het Frans, en die heeft Vrouwke gepubliceerd op haar blog.
- Leuk!
- Ja, en Oud Zeikwijf komt uit Frankrijk en die gaat er misschien een video van maken, want ze herkende in mijn tekst die énarque-stijl van praten. Zeg maar, het regerings-Frans.
- Da’s ook mooi. Is er nog iets op de rascalle-au-teinte geweest, de laatste dagen?
- Nou, gisteren was er die slechte film naar Kluuns boek, maar daar heb ik niet naar gekeken, want dat kan ik niet aanzien zonder dingen naar de tv te gooien. Ik wou er nog een stukje aan wijden, maar Max heeft al afdoende afgerekend met dat wanprodukt.
- Jij hebt toch nooit iets gelezen van Kluun?
- Nee, maar een mens weet aan de kop van de schrijver of hij een goed of een slecht boek geschreven heeft. Toen ik ook nog eens hoorde waar het boek over ging (vrouw krijgt kanker, man gaat vreemd), toen hoefde ik het al helemaal niet.
- Wij denken nog steeds over veel dingen hetzelfde. Wat voor muziek heb je vandaag?
- Ik heb geen muziek, want mijn monitor is kapot gegaan en ik zit nu naar een tien jaar oude monitor te kijken, waar geen geluid in zit.
- Heb je al een nieuwe besteld?
- Ja, en die komt morgen.

zondag 5 juni 2011

Discours

Marchés et marchettes. Chères marchettes.
Quand qu’on est en France, de Livres à Marseille, les tiquituées ne se parlent plus fort européennes. On dit: ‘Je naisse quoi!’ et, par évidence, c’est le mot cutranquilair.
Plus qu’on fit des pardoises, nonchalement, ou qu’on dit: ‘Oui!’, mais ce n’est plus chartirement. Chartirement: non, messieurs!
Contre les parqueus des mirands supérieures, j’insiste de pouvoir clattaquer, comme on dit, chères marchettes, la marche rapatulogue. La marche rapatulogue, oui! Par des institutions contribuelles où s’on ménage pas – ou à peine d’entrequier plus – à permédailloner les personnes quisables.
Que ce qu’on qualle, n’importe quoi, c’est de dire, chères marchettes, des convusiblements sûres. Mais la insécurité de ces quatrouples et la insécurité des points à tertres – c’est la coupelle d’égrave. La coupelle d’égrave, bien sûre.
La bitte d’on expecte, ce n’est pas faite-marine, aussi. Ha ha ha! Quelle bitte! S’arrangerez par quoi! Ou par qui, c’est ma question.
Chères marchettes, aai lufs you! Toutes à vous. Merci. Aai lufs you all. De n’emprêtre les conseignements d’Albert, c’est important d’oublier: Un. Le cas de Gérard, et Deux: Le cas de Simon.
Clairtainement. Je vous remercie, quoi q’on vive ou viverai!


(par: Benjamin Hautarbre.)